Wijzigingen Mijnbouwwet voor aardwarmte aangenomen door Tweede Kamer
Aardwarmte kan een belangrijke bijdrage leveren aan de benodigde verduurzaming van het Nederlandse energiesysteem en is een randvoorwaarde voor de warmtetransitie in Nederland. De techniek heeft veel potentie om duurzame warmte te leveren aan de gebouwde omgeving, glastuinbouw en de industrie
Waarom een wetswijziging?
De aardwarmtesector is een relatief jonge sector die sterk in ontwikkeling is. De afgelopen jaren zijn door de energietransitie steeds meer aardwarmte projecten gestart in Nederland. Elk jaar komen er nieuwe projecten bij en de nieuwe aardwarmte-installaties produceren ook steeds meer warmte. De toepassing van aardwarmte zal meer en meer verschuiven van de glastuinbouw naar de gebouwde omgeving ten behoeve van warmtenetten. Maar met het huidige vergunningensysteem komen de gewenste ontwikkelingen niet tot stand. Deze vergunningensystematiek dateert uit 2002, toen er nog niet of nauwelijks aardwarmtewinning in Nederland plaatsvond. Uit ervaringen met de eerste geothermieprojecten blijkt dat het vergunningsstelsel, zoals dat geldt bij olie en gaswinning, onvoldoende aansluit bij wat er nodig is voor het winnen van aardwarmte. Zo moet bij geothermie zodra er een put geboord is vrijwel direct met winning begonnen worden, anders raakt de put verstopt. En op grond van de huidige Mijnbouwwet mag dit niet.
Dat vraagt om een vergunningenstelsel waarbij rekening gehouden wordt met de specifieke kenmerken van aardwarmte. Daarom is in 2020 een voorstel tot Wijziging van de Mijnbouwwet voor aardwarmte ingediend bij de Tweede Kamer. Het voorstel stelt nadere regels aan de toetsing van vergunningsaanvragen, bevat regels ter bescherming van de grondwaterkwaliteit en legt een basis voor versnelling van de aardwarmtesector en het veilig en verantwoord winnen van aardwarmte in Nederland.